Nieuwe Nuts

Bekostiging van een warmtenet en de redelijke prijs

Laatst geactualiseerd op 5 oktober 2009

Gehoord tijdens de informatieve sessie Warmtewet d.d. 2 oktober 2009 te Den Haag:

‘Cost of capital’ wordt berekend over geïnvesteerd vreemd en eigen vermogen.

Adviesbureau Oxera adviseert rekening te houden met een 'cost of capital' van 5,1 – 7,6%.

De warmteketen

Schematische weergave van de warmteketen. De ontwikkelaar betaalt het energiebedrijf een bedrag per woning (de BAK) voor de aanleg van het Warmtenet. Het energiebedrijf verkrijgt het eigendom van dit warmtenet, en brengt vervolgens een percentage over dat bedrag aan de verbruikers in rekening.

Bestaande netten – hoge BAK

Voor bestaande netten werd veelal een hoge aansluitbijdrage gerekend (zeg 6000 euro per woning, of meer). Deze BAK is door de projectontwikkelaar voldaan en doorberekend aan de koper van de woningen. Het zit dus verdisconteerd in de waarde van de woning en de koopsom die daarvoor is betaald c.q. de leningen die daarvoor zijn aangegaan. De woningeigenaren hebben dat vermogen opgebracht.

Cost of capital als onderdeel van 'redelijke prijs'

Dit vermogen zal binnen de systematiek van de NMa nu worden gezien als geïnvesteerd eigen vermogen, waarover de warmteleverancier een percentage mag berekenen hoofdens de ‘cost of capital’, wat vervolgens middels het ‘redelijke tarief’ aan de verbruiker in rekening wordt gebracht.

Consument moet dubbel betalen

Door de constructie waarbij ontwikkelaar en energiebedrijf met elkaar zaken doen zonder de woningeigenaren te betrekken, heeft tot gevolg dat de woningeigenaren een groot deel van het eigen vermogen dat is geïnvesteerd in het warmtenet hebben opgebracht, zonder dat zij daarvoor een aandeel / eigendomstitel hebben verkregen.

De regeling zoals die nu door de NMa dreigt te worden gehanteerd impliceert dat de  verbruikers (eigenaren en hun huurders) bovendien een percentage in rekening wordt gebracht over het door henzelf opgebrachte vermogen.

Een simpel voorbeeld

De woningkoper moest 6000 euro extra lenen bij de bank tegen 5%. Deze 6000 euro was door de ontwikkelaar in de vrij-op-naam-prijs van de woning verdisconteerd, nadat hij dit bedrag aan het energiebedrijf had overgemaakt. Jaarlijks betaalt de koper hier 300 euro rente over.

Het warmtebedrijf mag de geïnvesteerde 6000 euro opvoeren tegen – zeg 6% ' 'cost of capital'. Bij berekening van de redelijke prijs mag hij dus 360 euro extra rekenen in zijn kosten. Deze brengt hij via zijn 'redelijke prijs' in rekening aan de verbruiker.

Resultaat voor de woningeigenaar/verbruiker:

  • Hij heeft een schuld van 6000 euro aan de bank.
  • Daarover betaalt hij 300 euro rente per jaar aan de bank.
  • Plus 360 euro extra warmtetarief aan zijn warmteleverancier.

En aan de zijde van de warmteleverancier is het aldus:

  • De warmteleverancier heeft kostenloos 6000 euro beschikbaar gekregen die ze heeft geïnvesteerd in het warmtenet.
  • Het warmtenet is haar eigendom.
  • Naast de opbrengst van de operatie krijgt ze nu ook opbrengst over de kapitaalkosten die ze feitelijk niet maakt.  

Douceur voor het energiebedrijf

Introductie van de Warmtewet en start van het markttoezicht door de NMa begint dus met een stevige douceur voor de energiebedrijven en een lastenverzwaring van de warmteafnemers.

Indien en voor zover het bewuste ‘eigen vermogen’ in de huidige praktijk al aan de verbruikers in rekening werd gebracht is start van het markttoezicht de officiële erkenning en bestendiging van een onethische praktijk.

Nieuwe netten – lage BAK?

Onder de Warmtewet wordt ook de BAK aan beperkingen onderworpen. In een eerder stadium van het wetsontwerp werd de aansluitbijdrage zelfs gelimiteerd tot de werkelijke kosten van de aansluiting. Bovendien werd een gelijke norm voor gas- en elektriciteitsaansluiting gestipuleerd. Dat was een opsteker geweest voor de verbruikers en consistent met het stramien dat de investeringen in energie moeten worden gedekt vanuit de omzet. Het gevolg zou zijn geweest dat energiebedrijven vaak geen zin meer hebben in aanleg van nieuwe netten. Indien en voorzover er nog netten zouden komen, zouden deze door invloed van de gemeente tot stand komen, en wellicht zelfs binnen een transparante Nieuwe Nutsstructuur. D.w.z. de bewoners betalen voor het net, maar krijgen ook het eigendom.

De uiteindelijke bepaling over de BAK luidt:

Artikel 6 Warmtewet
1. Indien door een vergunninghouder bij een verbruiker of ontwikkelaar een aansluitbijdrage in rekening wordt gebracht, bedraagt deze bijdrage maximaal hetgeen een gasverbruiker zou bijdragen in de situatie waarbij sprake is van aansluiting op een gasnet, te berekenen over een periode van 30 jaar.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de aansluitbijdrage en de toepassing van het eerste lid.

Net zo hoog als voorheen

Dit geeft alle ruimte om een BAK te construeren die ongeveer net zo hoog is als voorheen. In de berekening worden dan meegenomen 2 HR-ketels (2 x 15 jaar), de dakdoorvoer, het onderhoud, de rente over 30 jaar etc. Al met al zal men wel ergens rond de 5000 euro uitkomen. Met andere woorden: er verandert niet veel. Ook nieuwe netten zullen voor een groot deel worden gefinancierd uit een bijdrage die wordt opgebracht door de kopers van de woningen. Vervolgens moeten ze over dit geld dubbel rente betalen. Eén keer aan de bank, en één keer als ‘cost of capital’ aan het energiebedrijf.

Wat zou de NMa moeten doen?

Om de dubbele belasting van de eigenaren/verbruikers te voorkomen zou de NMa per net moeten kijken naar de feitelijke bekostiging en de feitelijke financieringslasten. Voor de NMa is dat echter onbegonnen werk. Zonder draconische maatregelen geven de energiebedrijven die informatie niet.

Nieuwe Nuts maakt het verschil

In de situatie van Nieuwe Nuts zou dat anders liggen. Dan is de gehele bekostiging en het feitelijke lastenplaatje – in ieder geval voor de direct belanghebbenden – inzichtelijk. Omdat de Nieuwe Nutsbedrijven lokaal gebonden zijn, en verder geen reden hebben voor (internationale) expansie, is de kans groot dat ze deze informatie zelfs graag zullen delen, bijvoorbeeld om de NMa goed inzicht te geven in de kosten-batenstructuur en om andere Nieuwe Nutsprojecten in het zadel te helpen.

Geen monopolie, maar vrije markt

Heel nodig zal de rol van de NMa dan echter niet meer zijn, omdat de openbaarheid van gegevens al zelfsturend zal werken. Waar de Warmtewet het monopolie op warmtelevering tot uitgangspunt neemt (en bestendigt), gaat Nieuwe Nuts uit van een vrije markt, met veel aanbieders en meer keuzevrijheid voor verbruikers.

 

 

Nieuwe Nutshuis

Download het rapport

NIEUWE NUTS - Duurzame bronnen - Lokale business

 
Actueel
Schönau
Uitspraak HVC
HRe / micro-WKK
De Samenwerking
Dossier Warmtewet
Vragen Warmtewet
Derde elektriciteitsrichtlijn
Elektriciteitsnet Bronsbergen
Smart Grid City / Xcel Energy
Staatssteun en de gemeente
Decentraal duurzaam met LEN
Buurt- en natuurwarmte in Ihlowerfehn
Woonstichting De Wieren in energie
Duurzaamheid als sturend principe
Openbare dienstverlening in de EU
Duurzaam energiebedrijf en de gemeente

Archief
 
Nieuwe Nuts
Informatie op deze website wordt niet geactualiseerd. Ze is met de nodige zorgvuldigheid tot stand gekomen. Ze is echter geen alternatief voor gedetailleerd advies in specifieke omstandigheden. Alle teksten zijn geschreven op persoonlijke titel van de auteur(s) en reflecteren niet noodzakelijk de zienswijze van de site-eigenaar of van welke andere natuurlijke of rechtspersoon dan ook. Eventuele onjuistheden zijn niet uit te sluiten. Vragen en reacties zijn welkom op info@nieuwenuts.nl. NieuweNuts.nl is mede mogelijk gemaakt door Elannet BV en InnovatieNetwerk.
Nieuwe Nuts