Netwerken,
gemeenschappen en gebouwen. Een andere manier van kijken.
Ruimtelijke ontwikkeling in een nieuwe wereld
"The new world is not a world of institutions and
structures, but of networks and flows."
"The new world is a world of flexible networks which
autonomous individuals construct and employ in a
bottom-up manner according to their
individual needs
and interests."
A.C.
Zijderveld
In The Institutional Imperative knoopt
socioloog A.C. Zijderveld aan bij een mondiale transformatie die hij samenvat als de
overgang van een institutioneel georganiseerde samenleving naar een wereld die zich
organiseert in netwerken. Traditionele instituties worden in dat kader als veeleisende
instellingen getypeerd, die top-down zijn aangestuurd. Individuen hebben zich maar te
schikken. Netwerken daarentegen zouden bottom-up worden aangestuurd, al naargelang de
behoeften en belangstelling van individuele autonome participanten.
De waarheid ligt echter in het midden. Netwerken behoeven infrastructuren die
worden ontwikkeld en in stand gehouden: er is behoefte aan verbinding; communicatie;
transparantie; spelregels; speelveld. Dit vraagt om randvoorwaarden die het individuele
belang overstijgen. De instituten ontwikkelen en bewaken de randvoorwaarden. Binnen de
netwerken wordt de inhoud gegenereerd.
Een gemeente
is geen gemeenschap maar een organisatie die randwoorwaarden kan scheppen waarbinnen
gemeenschappen tot leven komen.
Een transformatie?
Met
transformatie wordt (door toonaangevende 'though leaders') gedoeld op een voortgaande
overgang van industriële produktie naar een kenniseconomie. In de industriële produktie
is arbeid een homogeen produkt en zijn produktiefactoren alleen beschikbaar voor het
grootkapitaal. Machines zijn niet geschikt om te worden ingezet in de leefomgeving; ze
passen niet in de eigen schuur. Bovendien moeten ze door teams van arbeiders worden
bediend.
De
scheiding van wonen en werken behoort bij de industriele produktie.
Datzelfde
geldt voor massaproduktie in de woningbouw.
In de kenniseconomie keren alle eigenschappen van de industriële economie in hun
tegendeel. Arbeid is verre van homogeen, maar wordt voortdurend gedifferentieerd. De
belangrijkste productiefactor (kennis) is beschikbaar voor iedereen. De gebruikte
technieken passen -bij wijze van spreken- in de binnenzak. En het werk is 'schoon'. De
reden om het van de leefomgeving te scheiden is niet dat de leefomgeving er last van zou
hebben. Maar andersom: de werkomgeving heeft eerder last van de leefomgeving.
Industriële economie |
Kenniseconomie |
-
Arbeid homogeen produkt
-
Produktiefactoren beschikbaar voor
'grootkapitaal'
-
Produktiemiddelen passen niet in de
leefomgeving
-
Bediening door teams van arbeiders
-
Hiërarchische samenwerking
|
-
Arbeid voortdurend gedifferentieerd
-
Produktiefactor kennis beschikbaar voor
iedereen
-
Produktiemiddelen passen in de binnenzak
-
Individuele bediening mogelijk
-
Interdisciplinaire samenwerking
|
© 2004 - elannet bv / postbus 932 - 3160 ac
rhoon
[ 0 ] [ 1 ] [ 2 ] [ 3 ] [ 4 ] [ 5 ]
|